Het Bestuur van de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945.
Wassenaar, 4 september 2023
Onderwerp: herdenking 15 augustus 2023.
Geacht Bestuur/ Beste Thom en Medebestuursleden.
Allereerst complimenteer ik jullie voor de waardige herdenking. Goede toespraken, serene vocale vertolkingen en muzikale presentaties omlijsten het geheel.
Van enkele participanten bij onze Stichting Het Indisch Platform, heb ik in de dagen na de herdenking enkele kritische opmerkingen ontvangen. Voor deze kanttekeningen en mijn eigen observaties vraag ik jullie aandacht.
De reacties hebben betrekking op de keuze van de genodigden op de gereserveerde stoelen, de Indonesische ambassadeur, het ontbreken van het van Heutsz-vaandel en de afwezigheid van de KNIL-militair bij de vlag.
De voorzitter van één van de participanten bij het IP, stoorde zich aan de aanwezigheid van de “vele bobo’s” op de eerste rijen. De eerlijkheid gebiedt mij te stellen dat ik hier volledig achter sta. Op weg van het hotel naar het veld liep ik met een stafmedewerker van het ministerie AZ/ naaste medewerker van de premier. Deze was nooit van enige betekenis voor de Nederlands-Indische gemeenschap. Integendeel! Tot mijn “lichte ergernis” nam hij plaats op een voor hem gereserveerde stoel.
Ik zag ook veel oud-politici, militairen en andere genodigden van geen/weinig betekenis voor de Indische gemeenschap. En zij, die zich wel veel hadden ingezet voor de Indische zaak (met permissie: onder andere ondergetekende), moesten maar elders in het groene vak een plaats zoeken. Het heeft mij gestoord dat, onder andere de directeur van het IHC, van Pelita respectievelijk ARQ, uw oud-voorzitters Stoové en Wiebenga zelf een plaats moesten zoeken in het groene vak. Dit getuigt van gebrek aan elegantie naar laatstgenoemden.
Op de rij achter mij hoorde ik van enkele vooraanstaande personen uit de Indische gemeenschap, dat zij zich “2e rangs- genodigden voelden”. Ik heb hierover met hen contact opgenomen en toegezegd dat ik jullie hierover en over de andere issues zal benaderen.
De meer prominente rol van de Indonesische ambassadeur (“solo” kranslegging na de premier), het ontbreken van het van Heutsz-vaandel en van de geüniformeerde KNIL militair bij de vlag, hebben geleid tot veel kritiek op de sociale media. Ook werd verband gelegd met de uitkomsten van het dekolonisatieonderzoek, waarbij het KNIL met de mantel der “oorlogsmisdaad” werd toegedekt.
Uit oogpunt van hoor en wederhoor, heb ik bestuurslid Frank Marcus hierover geraadpleegd. Frank gaf een toelichting van de achter liggende rechtvaardiging. Er is voldoende overleg gepleegd met zowel het van Heutsz-regiment als met oud-KNIL de heer Kerrebijn (wel aanwezig, maar in burgerkleding !!!) die al vorig jaar had aangegeven te willen stoppen. Is het KNIL-uniform besmettelijk?
Geacht Bestuur, deze brief stuur ik ook aan hen die mij met hun klachten hebben aangesproken als voorzitter van het Indisch Platform.
Uiteraard ben ik, indien gewenst en zinvol, bereid tot het geven van nadere toelichting.
Met vriendelijke groet,
Silfraire Delhaye